In de software zijn 6 verschillende timer operatoren aanwezig. Dit zijn echter RELATIEVE TIMER OPERATOREN. D.w.z. : de ingestelde tijden zullen pas in werking treden NA het loslaten van de druktoets !
Een timer die een dagelijks terugkerende routine oproept, wordt aangemaakt op het LCD scherm zelf. Dit zijn de zgn. TimeEvents en geen Timers !
Edge Delay (uitschakelvertraging op beide flanken):
Hertriggerbare timer.
De timer triggert zowel bij een stijgende of dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang blijft te-tijd actief.
Input Delay (vertraagd inschakelen op pos. flank) :
De timer triggert bij een stijgende flank van het Ingangssignaal.
Na deze inschakeltijd blijft de uitgang ti-tijd actief zolang het ingangssignaal actief is.
Output Delay (vertraagd uitschakelen na neg. flank) :
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang volgt de ingang en blijft een to-tijd actief
Falling edge Delay(vertraagd uitschakelen na neg.flank):
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang zal bij het afschakelen van de ingang een tf-tijd actief zijn.
Delay (vertraagd uitschakelen na neg. flank) :
Niet hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang volgt de ingang en blijft een td-tijd actief.
Rising Edge Delay :
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een stijgende flank van het ingangssignaal. De uitgang blijft een tr-tijd actief ongeacht het ingangssignaal.
OPM :Indien er een van deze logische operatoren of timers in een binding worden gebruikt, dan wordt dit een conditie binding. Zowel timers+ condities zijn beperk.
Het aantal Timers en Conditie bindings kunnen worden geraadpleegd via de bindingsofwtware. Tabblad “node resource” van elke module.
Timer operatoren kunnen niet worden gebruikt bij IRTX en DUOSWITCH units.
Bij een installatie met een CAN-switch moet je op elke buslijn de weerstand meten.