Bij een Smartbox+ zit er een afsluitjumper naast de schroefklemmen voor de bus.
Indien de installatie maar één Smartbox+ bevat is het noodzakelijk dat er minimum in één van de twee RJ11 connectoren een afsluitweerstand geplaatst wordt.
Wordt een tweede Smartbox+ naast de eerste geplaatst dan sluiten we de uiteinden van beide Smartbox+ af met een afsluitweerstand.
Een niet afgesloten CAN-bus zal ertoe leiden dat de installatie niet correct of niet stabiel werkt.
In de software zijn 6 verschillende timer operatoren aanwezig. Dit zijn echter RELATIEVE TIMER OPERATOREN. D.w.z. : de ingestelde tijden zullen pas in werking treden NA het loslaten van de druktoets !
Een timer die een dagelijks terugkerende routine oproept, wordt aangemaakt op het LCD scherm zelf. Dit zijn de zgn. TimeEvents en geen Timers !
Edge Delay (uitschakelvertraging op beide flanken):
Hertriggerbare timer.
De timer triggert zowel bij een stijgende of dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang blijft te-tijd actief.
Input Delay (vertraagd inschakelen op pos. flank) :
De timer triggert bij een stijgende flank van het Ingangssignaal.
Na deze inschakeltijd blijft de uitgang ti-tijd actief zolang het ingangssignaal actief is.
Output Delay (vertraagd uitschakelen na neg. flank) :
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang volgt de ingang en blijft een to-tijd actief
Falling edge Delay(vertraagd uitschakelen na neg.flank):
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang zal bij het afschakelen van de ingang een tf-tijd actief zijn.
Delay (vertraagd uitschakelen na neg. flank) :
Niet hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een dalende flank van het ingangssignaal. De uitgang volgt de ingang en blijft een td-tijd actief.
Rising Edge Delay :
Hertriggerbare timer.
De timer triggert bij een stijgende flank van het ingangssignaal. De uitgang blijft een tr-tijd actief ongeacht het ingangssignaal.
OPM :Indien er een van deze logische operatoren of timers in een binding worden gebruikt, dan wordt dit een conditie binding. Zowel timers+ condities zijn beperk.
Het aantal Timers en Conditie bindings kunnen worden geraadpleegd via de bindingsofwtware. Tabblad “node resource” van elke module.
Timer operatoren kunnen niet worden gebruikt bij IRTX en DUOSWITCH units.
Bij een installatie met een CAN-switch moet je op elke buslijn de weerstand meten.
Controleer de polariteit van de bus.
De beide uiteinden van de bus moeten afgesloten door een afsluitweerstand van 120 ohm. Als stand 120E geselecteerd is dan wordt de afsluitweerstand gebruikt. Dit mag ENKEL indien deze interface zich als laatste op de bus bevindt, m.a.w. wanneer de bus kabel toekomt en NIET meer vertrekt. Op deze manier wordt de bus aan één zijde afgesloten.
Eens de bitmaps zijn doorgestuurd moet de touchscreen eerst nog een reset krijgen. De touchscreen zal gewoon heropstarten. Tijdens deze heropstart worden de nieuwe bitmaps ingeladen.
Event Short Puls :
Bij een korte puls op de ingang, zal deze functie het
signaal doorsturen naar de gebonden uitgang.
Event Short Puls + State :
Dit leggen we best uit met een voorbeeld.
Stel dat er twee druktoetsen (DT1 en DT2) zijn en 2 lichtpunten. DT1 schakelt enkel lichtpunt 1, DT2 schakelt beide lichtpunten aan en uit.
Er ontstaan bij deze situatie een aantal mogelijkheden :
Deze vlaggen kunnen gebruikt worden voor het visualiseren van bepaalde toestanden in een binding. Het instellen van een Binding Flag kunt u kiezen rechtsboven het editeervenster van de bindingen.
Er zijn 3 soorten Binding Flags :
Als men werkt met auto bindings wordt dit automatisch aangepast waar nodig!
Wanneer een ingang in twee bindings voorkomt en de binding vlaggen zijn in de eerste binding PRE en in de tweede POST dan zal de status van de ingang verkeerd zijn.
De database wordt door de master lcd opgebouwd en doorgestuurd naar alle slave’s en gateway’s. In deze database, zitten alle nodes en units met hun respectievelijke naam en de status (aan, uit, setpoint enz..)
Deze functie mag gebruikt worden bij het toevoegen van nieuwe modules of het verwijderen van modules + opvragen van de namen + status van de uitgangen.
Dit komt wijst op een ernstig CAN-bus probleem.
Mogelijke oorzaken:
Parameters:
Oplossing: afsluitweerstand controleren, controleren op ster, controleren op overbelasting van de voedingen, resetten.
Dit komt voor wanneer een zender na 15x hetzelfde bericht te hersturen geen antwoord krijgt van de bestemming. Uit het foutbericht kan je niet nagaan naar welke node dit bericht verstuurd werd. In de binding software is dit foutbericht meestal afkomstig van de modem: adres=0xFD,0xFF. Via de communicatie tracer kan nagaan gegaan worden naar wie het laatste bericht verstuurd werd.
Deze moet wel al openstaan voor de foutmelding gebeurd is.
Indien dit tijdens het browsen of het doorsturen van programmatie gebeurd kan dit evt in het onderste venster nagegaan worden.
Mogelijke oorzaken: De bestemming naar wie het bericht verstuurd werd heeft niet geantwoord (omdat deze van de bus) gegaan is.
Parameters:
Oplossing: afsluitweerstand controleren, controleren op ster, controleren op overbelasting van de voedingen, resetten.
Dit komt voor wanneer een node een bericht ontvangt dat niet voor hem bestemd is dan verstuurd deze dit foutbericht. Mogelijke oorzaak indien deze fout gebeurd tijdens het browsen of PNP: Modules met een dubbel logisch adres ?
Parameters:
Oplossing: meermaals proberen door te sturen. Indien niet ok, een reset uitvoeren.
Nee, na het aanpassen van de unit properties moet je op de enkele dubbele pijl drukken om die instelling te wijzigen, het is dus niet voldoende om op het groene ‘V’tje te drukken.
Je mag de schakelaar niet loskoppelen wanneer er nog spanning op zit want de schakelaar wordt dan gekalibreerd terwijl je de knoppen vast hebt.
Oplossing: Wanneer je de domotica reset, dan zal de schakelaar opnieuw kalibreren bij het opstarten.
Na het wijzigen van namen moet je browsen met de master zodat de database gewijzigd wordt.
Wanneer een defecte module moet worden vervangen in de programmatie gaat dit heel snel via de ‘problem solve wizard’
De module hardware matig vervangen. Mocht de master vragen om een plug and play te starten, deze NIET laten uitvoeren!
Gewoon met de bindingsoftware online gaan met de laatste programmatie file. Tijdens zijn browse krijg je volgende melding.
Klik vervolgens op volgende. Nu krijg je een paar keuzes. De keuze die standaard geselecteerd is mag je niet volgen. Je kiest voor en klikt op volgende.
Vervolgens ziet u het fysisch adres van de oude (defecte) module staan met daaronder het fysisch adres van de nieuwe module. Klik vervolgens op ‘Replace’. De software zal nu het juiste logisch adres schrijven naar de nieuwe module.
OPM: mocht u meerdere modules tegelijk willen vervangen, moet u telkens in het drop down menu de juiste oude module linken aan de juiste nieuwe module. Dan telkens bevestigen met replace bij elke combinatie.
Klik vervolgens op voltooien. Nu zal de software de bus volledig scannen (browsen). Wanneer hij dit gedaan heeft krijg je een melding dat er programmatie verschillen zijn. Dit klopt omdat de nieuwe modules nog niet geprogrammeerd zijn. (We hebben enkel maar het juiste adres geven daarnet).
Kies dan voor volgende en laat de software alle namen en bindings doorsturen naar alle modules.
OPM: deze functie werkt enkel als je een module vervangt door een module van hetzelfde type met evenveel units. (bijvoorbeeld een relais module in een relais module, een dimmer in een dimmer)
Er moet een port forwarding ingesteld worden in de modem.
Wanneer scheduling getest wordt (bv binnen 5 minuten) moet men even van weektype veranderen en terug zetten
Gebruik altijd dezelfde usb poort om de modem aan te sluiten.
Ga na of dat de driver van de CAN Modem geïnstalleerd is.
U moet er rekening mee houden dat iedere binding voor een input een interne status bijhoudt. (0 of 1).
Bij kort drukken toggelt deze constant als u er op drukt.
Als je kort drukken in combinatie met een OR gebruikt kan je soms een situatie hebben waarbij er geen verandering optreedt.
Voorbeeld
1+1=1
1+0=1
1+1=1
1+0=1
0+0=0
Bij het drukken zal er dan geen functie uitgevoerd worden. Blijft als resultaat 1 houden.
Dit is ook zichtbaar als je meerdere inputs via een operator koppelt met de binding vlaggen PRE. (Hier zie je de status van de inputs in de binding.)
In feite is het aangeraden om met kort drukken altijd de XOR te gebruiken.
Hierbij zal er bij iedere keer er een input van toestand verandert een actie getriggerd worden.
Voorbeeld
1^1=0
1^0=1
1^1=0
0^1=1
0^0=0
Bij langdrukken mag je de OR functie gebruiken omdat de status van de input dan het al/dan niet fysisch indrukken is.